— “Een erotische ontdekkingstocht vol fantasie en verbeelding” —

LENTEKRIEBELS, DE EPILOOG

Het is u vast niet ontgaan: van 21 tot en met 24 maart vond de Week van de Lentekriebels plaats in het speciaal onderwijs en op de basisschool. Die vijf dagen over relationele- en seksuele opvoeding heeft een enorme hoeveelheid stof doen opwaaien. Een politieke partij heeft zich buitengewoon drukgemaakt over dit onderwerp, tot in het gebouw van de Tweede Kamer aan toe. Nu vindt seksuele opvoeding al jaren plaats op de scholen, waarom was er dan nu zoveel ophef over?

Rutgerstichting.
Op scholen wordt niet lukraak zomaar wat les gegeven. Leerdoelen zijn beschreven en ingedeeld in leeftijdsgroepen, zodat een kind iets pas voorgeschoteld krijgt als het eraan toe is. In het curriculum staat vast welke doelen gehaald moeten worden, maar de weg daar naartoe staat de scholen vrij om in te vullen. De Rutgerstichting is zo’n organisatie die methodes op dit vlak uitgeeft. Maar (iets dat het nieuws niet of nauwelijks haalde), er zijn meerdere methoden die zich op dit vlak begeven. Het is aan de school en de leerkrachten daar een keuze uit te maken. Rutgers is in deze niet de heilige graal. Er zijn genoeg scholen die voor heel andere methodes kiezen, zoals Veilig Wijs of Wonderlijk Gemaakt. Deze methodes zijn net als Lentekriebels erkend door het RIVM.

Keuzevrijheid.
Dat minder dan de helft van de scholen aan de Week van de Lentekriebels heeft meegewerkt duidt erop dat een kleine meerderheid daarvan dat niet heeft gedaan. Zij hebben ervoor gekozen het onderwerp aan te snijden op het moment dat dit in hun jaarplanning staat beschreven. Kortom: scholen zijn niet tot deelname aan de Week verplicht. Na de heibel die de Week heeft opgeleverd kan het zelfs verstandiger zijn om het vakgebied op een ander moment aan te snijden. Dan is de druk van de (sociale) media eraf en kan het onderwerp in alle rust en op de manier zoals de school kiest worden vormgegeven. Want ook in die zin is er keuzevrijheid. Een methode kan nog zoveel aanbieden, de school en in het bijzonder de leerkracht bepaalt wat er wel en wat er niet tijdens de les wordt getoond en uitgelegd. Slaafs een methode volgen is er dus niet bij!

Pijpen en anale seks.
Inmiddels hebben diverse serieuze media zich de vraag gesteld hoe de onrust is ontstaan. Onderzoek van Pointer (KRO-NCRV) toont het volgende. De Rutgerstichting geeft op haar website informatie over seksualiteit. Niet alleen over de Week van de Lentekriebels, maar ook voor jeugd en jongvolwassenen die de basisschoolleeftijd allang voor bij zijn. Deze stof is geen onderdeel van Lentekriebels. Dat de eerder genoemde politieke partij doet alsof dat wel zo is, is een onjuiste voorstelling van zaken. Op de basisschool word je niets geleerd over pijpen en anale seks. Toch wordt ervoor gekozen dit in haar eigen De Andere Krant (een soort partijblad) te beweren. Ook wordt er gequoot uit een COC-brochure, die geen deel is van Lentekriebels. Valselijk, daar bekend is dat men een uitgesproken afwijzende mening heeft over de LHBTIQ-gemeenschap, alsof deze niet bestaat, of geen bestaansrecht heeft.

Neuken.
De vraag of zo’n Week van de Lentekriebels noodzakelijk is dringt zich op. Enerzijds zijn er kinderen die thuis niet, nauwelijks of te laat seksuele voorlichting krijgen. Om niet geheel onbeslagen ten ijs te komen is informatievoorziening op dit vlak daarom noodzaklelijk. En dat heeft zo de nodige voordelen. Immers: uit onderzoek is gebleken dat kinderen die kennis hebben vergaard later met seks beginnen, dat vaker beschermd doen en hun grenzen beter weten aan te geven. Daarbij gezegd dat kinderen in een heel andere wereld opgroeien in vergelijking met de vorige eeuw. Hoorde je als kind het woord neuken, dan voelde je aan dat het iets geheimzinnigs was. Je zocht het woord misschien op in het woordenboek en vond termen als bijslaap of liefdesdaad. Een kind van tegenwoordig gaat naar dat oh zo onschuldig geachte Google Afbeeldingen en typt daar het woord neuken in en ziet dingen die het niet voor mogelijk acht. Dat varieert van hetero tot homoseks, fisting, anale seks, groepsseks enzovoort enzovoort.

Opvoeding.
Wie het zich gemakkelijk wil maken stapt af van seksuele voorlichting en begint met seksuele opvoeding, zodra het kind ter wereld is gekomen. De ontwikkeling van het kind bepaalt hierin wat je uitlegt en wat niet. Seks als gewoon onderwerp om over te praten. Dat heeft als voordelen: a. de beladenheid en geheimzinnigheid van het onderwerp seks bestaan niet , b. je kunt je eigen waarden en normen eenvoudig aandacht geven als het om seks gaat, c. je kind weet alles al voordat de school met seksuele voorlichting komt en d. het is een zeer ontspannend iets voor de ouders die het geven. Het is niet wachten tot de puberteit en dan als vader en moeder bibberend van de zenuwen op de bedrand iets moeten vertellen over de bijtjes en de bloemetjes (dat wat het kind allang weet). Het is gewoon uitleggen op het moment dat ernaar gevraagd wordt. Of een voorzetje geven bij een kind dat nooit iets vraagt. Op het niveau van dat moment. Wie dat doet staat vaak versteld van het gemak en de nuchterheid waarop dat gaat. Voorbeeldje uit de praktijk. Moeder heeft uitgelegd aan kind van twee jaar (kleinkind van de auteur) wat een vulva is. Dan komt oma op bezoek. Vertelt kind: “ik heb een piemel. Jij niet hè oma? Jij hebt een vulva”. Vervolgens pakt het zijn autootjes en gaat verder met spelen. Seks als non-issue.

Hoe verder?
En de scholen? Die vragen zich nu af hoe verder. Is een Week van de Lentekriebels (nog) wel de manier om aandacht te geven aan de vastgelegde leerdoelen? Moeten we misschien vooraf een informatiebrief opstellen? Wat als een ouder het kind thuislaat? Hoe zit dat dan met de leerplicht? Is een informatieavond voorafgaand aan de week een goed middel? Is een week niet gewoon teveel van het goede? Is het mogelijk elke ouder op dit punt tevreden te stellen? De school is allang niet enkel een leerinstituut meer, maar ook een opvoedingsinstantie geworden, hoever gaan we daar in? Vragen te over. De school als Haarlemmer olie, moet dat niet eens worden begrensd? Dit laatste vroeg men zich hardop af. Was het maar bij deze legitieme vraag gebleven!

Redactie Shespot
(auteur heeft 34 jaar ervaring als leerkracht onder- en middenbouw in het basisonderwijs).

Beoordeel dit verhaal

Plaats een Reactie

Ben je een robot? *