— “Een erotische ontdekkingstocht vol fantasie en verbeelding” —

Dessert Chemin de Fer

Uitgelaten zit ik in de trein naar Amsterdam. We hebben voor het eerst afgesproken. Na een aarzelende start op een datingsite, hebben we elkaar veel lieve e-mails gestuurd, en de laatste tijd ook steeds langere telefoongesprekken gevoerd. En toen was daar opeens de vraag: ‘Wil je met me uit eten, komende zaterdag?’

Ik ben best zenuwachtig. Je hebt me de afgelopen weken nogal het hof gemaakt, op een voetstuk gezet. Het maakt me onzeker, of ik wel kan voldoen aan jouw verwachtingen. En wat ook een rol speelt; nergens heb je een toespeling gemaakt op seksueel vlak, niet in je berichtjes en ook niet over de telefoon. Terwijl normaal gesproken de motieven van mijn virtuele dates al vrij snel aan de oppervlakte komen, al dan niet opgewekt door de pikante foto’s die bij mijn profiel staan.

Maar jij, jij hield je op de vlakte. Ik was vooral mooi, verpakt in veel lieve woordjes, het perfecte plaatje. We zullen zien. Ik heb alles op alles gezet om voor jou dat mooie plaatje in stand te houden. De tijd genomen voor uiterlijke verzorging. Uitgebreid gewassen en gescrubd. Het lange haar sexy opgestoken. Het lijf van top tot teen in de crème gezet zodat de huid aanvoelt als zijde. Daarover een dun zomerjurkje, waar mijn vormen goed in uitkomen. Hoge hakken, waardoor mijn benen oneindig lang lijken. En last but not least: een heerlijk luchtje in de hals en in het gootje tussen mijn pronte borsten.

Ik ben niet gewend aan reizen per trein. Doorgaans prefereer ik het gemak en comfort van de eigen auto. Maar nu moet ik wel, vanwege het parkeren. En om een extra glas te kunnen drinken. Champagne bijvoorbeeld. Dat zorgt altijd voor een feeststemming, en bovendien maken de bubbels altijd iets bijzonders in mijn los. Alsof behalve mijn mond ook nog iets anders geprikkeld wordt.

Het is onaangenaam druk in de trein. Natuurlijk, het is zaterdag, uitgaansavond. Veel uitgelaten publiek. Uit onhandigheid heb ik geen eerste klas kaartje gekocht. Nou ja, ik heb tenminste een zitplek, hoewel het niet overhoudt, naast die corpulente heer. Hij lijkt er genoegen in te scheppen bij elke bocht wat meer tegen me aan te schurken. Ik probeer me maar te concentreren op het voorbij vliegende landschap, en al het prettige wat komen gaat.

Plotseling vliegen de tussendeuren open. Opgeschoten jongeren, veel geschreeuw. Uitdagend ploffen ze neer op de lege plekken, kauwgom kauwend, voeten waar mogelijk op de banken tegenover hen. Zo ook tegenover ons, tegenover mij. Brutale ogen, een priemende blik. Gelach en meer geschreeuw alom. En dan, tegen mij: ‘Weet je hoe wij vrouwen noemen die zich zo kleden als jij?’ Zonder dat ik er iets tussen kan werpen, vervolgd hij: ‘Hoeren! En hoeren zijn er om te gebruiken!’

Dreigend staat de jongen op, en reikt met zijn hand om me vast te pakken, te betasten. Plotseling: een andere hand, van de man naast mij. ‘En dat je met de poten van haar afblijft!’ gevolgd door wat krachttermen. Verbouwereerde blik van mijn belager, die om zich heen kijkt voor steun van zijn maten. Het postuur van mijn buurman schrikt blijkbaar af want niemand valt bij. Aarzelend klinkt het: ‘Laat maar die hoer maar, we moeten er toch uit nu.’ Inderdaad remt de trein, om piepend tot stilstand te komen. Station Diemen. Joelend stapt de groep uit om buiten nogmaals de aandacht te trekken door hard op het raam te slaan.

‘Zo, dat hebben we weer overleefd’, klinkt het naast mij. Ik draai mij naar mijn buurman toe om hem te bedanken voor zijn ridderlijke steun. ‘Geen dank,’ antwoordt hij, ‘prachtige dames zoals jij help ik graag uit de nood’. Terwijl hij dit zegt, dwaalt zijn blik af naar beneden, om te blijven hangen bij mijn decolleté. ‘Zeg, waar ben je eigenlijk naar op weg, dat je zo mooi uitgedost bent?’ vraagt hij vervolgens. Ik vertel hem over onze afspraak, over jou, dat ik indruk op je wil maken. Met een peinzende blik op mijn benen zegt hij tenslotte: ‘Nou, dat indruk maken zal wel gaan lukken! Lucky bastard, wou dat ik in zijn schoenen stond!’ Nou ja, misschien dat het dan toch nog goed komt vanavond, denk ik bij mezelf.

Amsterdam Centraal. De trein stroomt leeg. Ik voel mij onprettig in de dringende massa. Ik probeer wat afstand te houden maar iemand loopt duwend tegen mijn rug. Mijn buurman van net. Even schuurt zijn kruis tegen mijn kontje. ‘Excuses mevrouwtje,’ zegt hij ‘veel plezier vanavond, en mocht het niet lukken, kan je altijd naar Hans vragen.’ Nou, denk ik bij mezelf, plezier zal ik hebben vanavond, daar heb ik jou niet voor nodig en ik been weg, richting uitgang. Wat een chaos op dit station en buiten is het al niet veel beter. Ik steek de bouwput over, richting centrum op zoek naar dat hippe restaurant waarover jij aan de telefoon sprak. Het is even lopen, maar het is mooi weer en de taxi kan beter bewaard worden voor vanavond als we op weg zijn naar… met misschien al een beetje voorspel?

Iets na de afgesproken tijd kom ik aan op de afgesproken plek. Ladylike, de man altijd even laten wachten. Ik word zeer hartelijk ontvangen door een ober, noem jouw naam en word naar een tafeltje geleid. Daar zit je dan, en bij de eerste aanblik voel ik het kriebelen in mijn buik. Je bent aantrekkelijk. Vlot gekleed, strak, waar ik van houd bij een man. Onder de kleding het vermoeden van een geweldig lijf. En daarboven: een kop om op te vreten, met een heerlijke lach en pretoogjes. ‘Zo,’ zeg je, ‘kon je het een beetje vinden?’ Ook nog een mooie stem! ‘Ja, dank je’, antwoord ik. En om het ijs te breken: ‘Inderdaad een mooie plek.’ ‘Wat drinken we?’ vraag je mij als de ober weer komt, om in een moeite door te gaan: ‘Voor mij een biertje, en voor jou een witte wijn?’ Hé, jammer, denk ik, geen champagne. Nou ja, de avond is nog vroeg, misschien later.

We bestellen. Jij staat op oesters vooraf, en kijkt me daarbij plagend aan. Daarna vis. We willen licht eten, ziltig om vanavond hopelijk in de juiste stemming te zijn. Met de stemming aan tafel zit het inmiddels wel goed. Je blijkt een uitstekende tafelheer te zijn, voorkomend, galant, en met veel humor. Ook veel complimentjes over mijn uiterlijk, en over mijn schrijfsels. Maar je blijft ook op afstand, gereserveerd. Geen terloopse blik over mijn lijf, geen spannende opmerkingen over een eventueel vervolg. Wel schenk je uitgebreid aandacht aan een Oosters uitziende serveerster, die je als kennis bij me introduceert. Terwijl je dit doet, glijd je met je hand over haar panty, omhoog, en knijpt haar even in de bil. Was dat mijn bil maar.

Goed, kennelijk heb je het nodig om wat meer uitgedaagd worden. Na het hoofdgerecht, excuseer ik me: ‘Even neus poederen, vrouwendingetje’. Ik sta op, en loop heupwiegend naar het toilet. Ik meen je blik op me te voelen rusten, wat me merkbaar opwindt. Op het toilet aangekomen, besluit ik een stoutmoedig plan ten uitvoer te brengen. Gezeten op het toilet, trek ik mijn slipje uit en stop het in mijn handtas. Er moet toch een gelegenheid komen waarbij je… Ik fatsoeneer mijn kleding, zet de lippen in de spiegel nog net wat roder aan en loop terug naar ons tafeltje. Uiterlijk onbewogen, zelfbewust, maar van binnen trillend als een riet.

Je hebt inmiddels plaatsgenomen aan mijn zijde van de tafel, op de lange, doorgaande bank langs de wand. Mooi zo. Minpuntje: tegenover jou zit madame Butterfly. Jullie lachen. Nou ja, vooruit met de geit, het dessert dat ik voor je in petto heb, zal toch wel smaken. Ik wurm me tussen de tafels door en buig bewust diep voorover, om je inkijk te geven in mijn decolleté. Een klein moment val je uit je rol, als je blik over mijn borsten glijdt. Geen aandacht voor jouw vriendin, 1-0 voor mij. Ik plof op de bank, dicht tegen je aan en leg mijn hand op jouw been. Koeltjes kijk ik naar de overkant van de tafel, terwijl mijn hand zich beweegt van jouw knie richting dijbeen richting… Dan wend ik mijn blik af, en beweeg mijn hoofd naar jou. Als ik op fluisterafstand ben, blaas ik even in je oor en zeg zachtjes: ‘Ik ben geil.’

Voor de serveerster is dit het sein om op te stappen; voor mij om juist door te pakken. Mijn hand glijdt verder omhoog, en ik tast in jouw kruis, op zoek naar wat ik vanavond hebben wil. Schrikachtig kijk je me aan, en zegt: ‘Wat doe je nu?’ En pakt vervolgens mijn hand vast. ‘Rustig, rustig’, stamel je enigszins in paniek, en daarna woorden als ‘beter leren kennen, niet op de eerste afspraak.’ Kennelijk heb je nog wat meer aansporing nodig. Ik pak je hand, leid deze langs mijn been omhoog, onder mijn jurkje, richting schaamstreek. Op het “moment suprême”, als jouw hand boven mijn kutje hangt, druk ik je wijsvinger even naar beneden, tussen mijn vochtige lipjes, terwijl je hand geprikkeld wordt door mijn bijgeschoren haartjes.

Vol ontzetting schuif je opzij. ‘Nee! Niet hier! Niet nu! Niet waar Kim bij is’, stamel je uit. Kim, wie is Kim? denk ik bij mezelf, maar het antwoord geeft zichzelf: de serveerster staat weer aan onze tafel en vraagt of er problemen zijn. Je antwoordt: ‘Nee Kim, sorry, wat gemorst.’ Je staat onhandig op, om aan de andere kant van het tafeltje in een stoel te zakken. Dan begin je je te excuseren: ‘Net verbroken relatie, nog niet weten wat we voor elkaar voelen, kat uit de boom kijken.’ Aha, nondejuu, ik ben hier gebruikt om iets te forceren, dringt het tot me door. Opgetut, en vol goede moed helemaal naar Amsterdam gekomen, verlangend ook, en dan zo afgeserveerd worden. Ziedend ben ik. Op jou, op mezelf, dat ik het niet doorzien heb. Maar ook, verschrikkelijk onvervuld.

‘Ik wil weg’, zeg ik bits, en voor je me kan tegenhouden sta ik al in de garderobe. Je haalt me in, en biedt uit oogpunt van veiligheid aan om mee te lopen naar het station. Dat lijkt me een redelijk voorstel. Na de scène in het restaurant schat ik de kans klein in dat je me alsnog gaat aanvallen, helaas. In stevige pas ga ik op weg, jij op een drafje ernaast. Uitleggend, verontschuldigend. Mijn minachting voor je neemt zienderogen toe. En ik had nog wel zo’n zin in vanavond, in de afspraak, in jou.

We naderen het station. Je begint nogmaals aan een exposé: ‘Sorry, had het willen vertellen.’ We lopen de tunnel in en nemen de trap naar het perron. Ik snijd je de pas af omdat ik niet geïnteresseerd ben in je praatjes. Krampachtig probeer je me bij te houden, contact met me te maken. Plotseling, links, bij de ingang van het rijtuig, een onverwachte mogelijkheid: mijn reisgenoot van de heenreis. Wat een uitgelezen kans om jou op je nummer te zetten, en tegelijkertijd… Ik zwaai mijn arm om de nek van de verbouwereerde man, en zeg: ‘Dag Hans’, en zoen hem uitbundig op beide wangen.

Zonder om te kijken stap ik in de trein, alsof je lucht voor me bent geworden. Nu nog een strategische plaats kiezen, aan het raam, waar jij het kan zien. Gelukkig is de trein op dit tijdstip verlaten. Ik voer mijn onverwachte date mee aan de hand het rijtuig in. In mij vechten de mogelijkheid tot wraak en plotselinge begeerte om voorrang. Maar waarom niet het nuttige met het aangename verenigen, flitst er door mij heen?

En dan doe ik het. Terwijl jij toekijkt vanaf het perron ga ik, in plaats van op een stoel, op het raamtafeltje zitten, rug naar je toe. Ik stroop mijn rokje op, lik mijn lippen zichtbaar en spreid mijn benen. Duidelijk zie je de woorden die mijn mond verlaten “pak me” terwijl ik met beide handen het hoofd van de bekende onbekende pak en hem richting mijn openstaande kutje trek. De ontzetting op zijn gezicht heeft inmiddels plaatsgemaakt voor pure lust, en gretig gaat hij op mijn aanbieding in. Terwijl de trein vertrekt, word ik heerlijk klaar gebeft, met Hans tussen mijn benen terwijl hij met zijn handen mijn tepels bewerkt. Vanuit mijn ooghoek zie ik hoe je meeloopt. Je roept mijn naam, je loopt mee tot je niet verder meer kan. Schokschouderend tegen het raam kom ik klaar, mijn klitje op de tong van Hans. Je verdwijnt uit het zicht, handen op je hoofd en een duidelijke erectie in de broek.

Geil en boos moet je me niet maken. Maar het rijdende en glijdende dessert tussen de rails maakte veel goed!

Beoordeel dit verhaal

Plaats een Reactie

Ben je een robot? *