— “Een erotische ontdekkingstocht vol fantasie en verbeelding” —

Ik noem je Colette

Mijn moeder is mijn naam vergeten

Mijn moeder is mijn naam vergeten.
Mijn kind weet nog niet hoe ik heet.
Hoe moet ik mij geborgen weten?

Noem mij, bevestig mijn bestaan,
laat mijn naam zijn als een keten.
Noem mij, noem mij, spreek mij aan,
o, noem mij bij mijn diepste naam.

Voor wie ik liefheb, wil ik heten.
(Neeltje Maria Min)

Ze woont in de stad, is niet piepjong, maar wel ‘door haar eigen kieskeurigheid’ single. Ze heeft een bloedhekel aan dat woord, rookt als een ketter en na vier glazen wijn is de wereld voor haar niet minder dan Utopia. Er stroomt dan ook Zuiders bloed door haar aderen en ze is vaak even passioneel als een vulkaan. Als haar temperament haar weer parten speelt -en dat gebeurt nogal eens- probeert ze zich er steeds dapper doorheen te slaan. Of het nu gaat over oude liefdes die opspelen of nieuwe liefdes die zich aandienen: haar levensmotto blijft ze trouw: Good girls go to heaven, bad girls go everywhere.

Jezus, ik ben er. Zou hij er al zijn? Ik kijk om me heen, sluiks voor het geval hij ergens achter een boom naar mij staat te kijken. Ik ben een vrouw op een missie, geen nerveuze neuroot die zich nu met bonzend hart afvraagt of ze helemaal gek is geworden. Ik heb net driehonderd kilometer gereden voor een wildvreemde man. Wat bezielt mij? Nou ja, ik ken hem een beetje. Net geen twee weken, maar ik heb hem nog nooit gezien. Niet in het echt. Misschien is hij een massamoordenaar of -minder dramatisch, maar véél pathetischer- een sukkel die, dat hoor je vaak, zichzelf compleet anders heeft voorgedaan, maar in feite een obsessieve loser is. Niet denken nu, parkeren. En ontspannen! Relax!

Ik ben hier op mijn eerste officiële internet date. We hebben elkaar alleen nog via de webcam gezien. Veel zelfs en altijd in de nachtelijke uurtjes, want hij is getrouwd. Dat was niet de bedoeling toen ik mijn profiel op dating sites zette en voorzag van een flatterende foto waarop ik er bruin en gelukkig uitzie. Binnen enkele weken had ik mij laten vangen door een getrouwde vent. Natuurlijk had ik er eerst een paar ontmaskerd door de juiste vragen te stellen via de chat, waar ik vanaf dag één verslaafd aan was.

Mannen kwamen en mannen gingen, maar tegen hem had ik vanaf de eerste keer geen verweer. Ik werd week als een schoolmeisje bij zijn magische woorden. Want hij kan schrijven. Deze Casanova gebruikt zijn pen als verleidingswapen. Na die eerste mail belde hij mij diezelfde middag voor het eerst en ik zette mij er direct over dat hij een of ander accent had dat ik kende uit een ver verleden.
Hij liet er geen gras over groeien: ’s avonds stuurde hij een paar sexy foto’s van zichzelf. Zijn blote bovenlijf zag eruit om op te vreten.

Ik stuurde hem een reactie: Je komt wel mijn leven binnendonderen. Ik ga die foto’s niet te vaak bekijken, want anders word ik verslaafd aan je. En dat werd ik. Hij boeide mij, maar bovenal beroerde hij mij. Mijn ziel, mijn geest en om eerlijk te zijn: mijn hele lijf. Ik werd heet en geil van hem en dat allemaal op grote afstand. Internetseks. Het bestond dus echt. Hoe vaak hadden we de afgelopen weken niet vurig en vol verlangen voor het scherm gezeten, wensend dat we ons in de ruimte en de tijd konden verplaatsen? In plaats daarvan kusten we elkaar. Via het oogje van de webcam. Raakte wij elkaar aan. Via het scherm. Ik sloot dan mijn ogen en voelde zijn handen op mijn gezicht en hij maakte mij graag wild en wilder.

We fantaseerden erop los: Ik wil je. Nu! Kom naar de Eurotoren in Rotterdam. Onmiddellijk! Of dat fjord in Noorwegen waar ik je eerst ruw neem terwijl de wind woest rond onze oren suist; daarna neem ik je mee naar onze hut, leg je op een berenvel voor de open haard waar ik je weer teder bemin. Kom naar de bergen waar ik je op grote hoogte kus onder een waterval en we elkaar daarna, nog nat van het water, vurig beminnen op het groene gras. Overal waren we al geweest. Alles hadden we al gedaan. In ons hoofd.

Maar nu…is het uit met de fantasie. We gaan elkaar echt zien! We hebben afgesproken in dit park, bij de ingang van de oude molen die nu dienst doet als koffiehuis en bezoekerscentrum. Het stikt hier van de wandelaars met van die fleece jasjes. Ik val wat uit de toon met mijn hakken en hoedje. Ineens zie ik hem. Hij heeft zich verstopt achter een lantaarnpaal en springt tevoorschijn met zijn armen gespreid: dit ben ik. Ik lach en we lopen naar elkaar toe. Hij pakt mij vast en hand in hand lopen we naar de molen. We halen het niet tot aan de voordeur. Na drie stappen pakt hij mij vast en begint mij te kussen. Ik word warm, vergeet de wandelaars om ons heen en voel alleen zijn mond.
“Je bent helemaal zoals ik mij had voorgesteld”, fluistert hij dan.

Even later besluiten we toch maar eerst koffie en gebak te nemen. Even op adem komen. Binnen is het lekker warm. Als we aan een tafel zitten, kan hij niet van mij afblijven. Mijn handen liggen in die van hem.
“Ik heb maar een paar uur de tijd”, zegt hij.
Om geen tijd te verliezen, gaan we weer naar buiten en rijd ik achter hem aan. Op weg naar een hotel.

Bij de receptie kijkt het meisje ons vriendelijk aan als we een kamer boeken. “Voor hoelang?”, vraagt ze.
“Alleen vanmiddag”, zegt hij.
Zij weet nu wie we zijn en wat we hier komen doen. Wij zijn overspelig. Blijkbaar kijken we zo blij en verwachtingsvol, dat het meisje een glimlach niet kan onderdrukken nu zij deelgenoot is van ons geheim. We moeten nog even wachten, maar lang blijven we niet zitten in de lobby van het hotel.
“Kom mee”, zeg hij.
We gaan samen de trap af naar de toiletten. Hij houdt mijn hand vast en vergewist zich ervan dat niemand ons ziet als we de herentoiletten binnengaan. Nog geen seconde later sleurt hij mij het eerste toilet binnen, sluit de deur en begint mij weer te kussen. Mijn benen worden week, mijn handen gaan door zijn haar.

Zijn handen zijn overal: op mijn borsten en tussen mijn benen. Hij maakt mijn broek los en zijn vingers dringen bij me naar binnen. Zachtjes beweeg ik mee op zijn ritme. Af en toe hoor ik in de verte iemand de toiletruimte binnenkomen en steeds houden we onze adem in om vervolgens weer verder te hijgen. Stoppen doen we niet. Dat gaat ook niet. Als we even later nog warm en gloeiend bij de receptie komen, besef ik dat de lust van ons afstraalt. Het meisje geeft ons een sleutel.
“Kamer 15”, zegt ze.
Hand in hand en glimlachend vanwege ons geheime verbond begeven we ons naar boven.

Voor ik het weet lig ik op het bed en glijdt hij als een slang van beneden naar boven over mijn lichaam tot onze gezichten op gelijke hoogte zijn. Weer kust hij mij gulzig. Na een paar minuten heft hij zich op. Terwijl ik zijn armen en bovenlijf aandachtig bestudeer, begint hij mij uit te kleden. Af en toe verandert hij van houding om een ander deel van mij te ontbloten, maar zijn mond verlaat mijn lichaam geen seconde. Overal kust en likt hij mij, terwijl hij mij ontdoet van de laatste kledingstukken.

Als we naakt zijn, voel ik zijn hand weer langs mijn linkerbeen naar de holte tussen mijn benen glijden. Ik voel het kloppen daar beneden en het verlangen wordt mij bijna teveel. Ik geef mij nu volledig over aan zijn lijf en beweeg mee onder zijn handen. Als hij eindelijk met een stoot binnendringt, ontsnapt er een kreun aan mijn lippen en als vanzelf vinden we ons ritme. De foto die hij mij onlangs stuurde, is werkelijkheid geworden. Hij denkt hetzelfde. Twee sporen van een trein die aan de horizon versmelten. Dat zijn wij. Wij bevinden ons nu aan de horizon, zoveel is zeker.

Wat een middag. Steelse liefde, verboden seks. Hoe heerlijk. Dit is lichamelijk genot zoals je het niet vaak krijgt. Twee vreemdelingen op een plaats die ze niet kennen, maar die nu altijd verbonden zijn met de herinnering aan deze middag. Driehonderd kilometers die onze dagelijkse levens scheiden; levens die in niets op elkaar lijken. Hij in zaken en ik in een leven dat hij afwisselend en boeiend noemt.

Terwijl we steeds meer in elkaar opgaan en onze ademhaling heviger wordt, voel ik hem diep in mij, steeds opnieuw. Langzaam wordt de passie nog intenser en ineens is mijn lichaam één met het universum. En met hem. Dat duurt en eeuwigheid, maar eeuwig zal niet lang genoeg zijn. Dan voel ik de aarde onder mij verschuiven en volledig verdwijnen. Hij ook. Kreunend voel ik zijn sap in mij stromen. Ik zuig het naar binnen, ik neem alles in mij op.

Dan zijn we weer op aarde en minutenlang liggen we stil, nog altijd versmolten met elkaar. Tot ik langzaam mijn ademhaling terug vind en voel hoe hij verslapt. Maar niet voor lang. In geen tijd is hij weer stijf en geven we ons opnieuw over aan deze lichamelijke honger die kennelijk nog altijd niet is gestild. En zo drinken wij gulzig van elkaar tot we te moe zijn om op te staan. Daarom noemen de Fransen dit moment: Petit Mort. Ik ben even dood gegaan en daarna opnieuw geboren.

Als we later weer in en op elkaar liggen en ik mij afvraag wie ik nu ben, pakt hij mijn gezicht tussen zijn handen, kust mijn voorhoofd en fluistert:
“Eindelijk heb ik een naam voor je. Ik noem je Colette.”

Beoordeel dit verhaal

Plaats een Reactie

Ben je een robot? *