— “Een erotische ontdekkingstocht vol fantasie en verbeelding” —

Zeven

Zeven jaar geleden was het, dat ik haar nog eens zag. Zeven jaar van een leven, voorbijgevlogen, herinneringen bijna vervaagd maar steeds ergens blijven hangen. Nu, op dit ene moment kwamen ze terug en toverden mijn hoofd om in een chaos. Ik bleef haar aanstaren en begreep niet hoe ze hier nu voor mij kon staan.

Het moet tien jaar geleden zijn dat ik haar ontmoette. Ergens in een klein rokerig café in hartje Gent vierde ik samen met een aantal vriendinnen het einde van de examens. Er was voetbal op de televisie en de sfeer was hoog gespannen. Die ene goal, gescoord door God weet wie, toverde het rustende café in een ware feestmassa om. Het was toen dat ik haar zag. Ze was volledig in het rood getooid en om haar hals droeg ze een klein zilveren zonnetje. Ze maakte indruk zonder me ook maar één blik te gunnen.

Tien jaar geleden voelde ik voor het eerst hoe ook een meisje indruk op me kon maken. Ik bleef haar slanke lichaam met elke beweging die ze maakte door het nog steeds rokerige café volgen. Ze bewoog zich alsof ze zich bewust was van mijn aandacht: stil en rustig, zodat ik ten volle van haar kon genieten. Aan de toog bleef ze rusten en bestelde een drankje. Haar lichaam steunde tegen het houten werk en toen ze zich omdraaide met haar drankje in de hand, ontmoetten onze ogen elkaar even. Veel te kort echter en mijn glimlach die ik om mijn lippen toverde konden haar ogen niet vasthouden.

Een paar dagen later zag ik haar op dezelfde Gentse plaats. Ze was nog niet uit mijn gedachten geweest en elke dag had ik op deze zelfde plaats gezeten, starend naar de plaats waar ze tegen het houtwerk had gerust. Waar onze ogen elkaar ontmoet hebben. Toen ik binnenkwam die avond stond ze daar weer. Pratend met een paar vriendinnen keek ze me nu wel aan, en ik kon haar ogen vasthouden, wetende dat dit mijn laatste kans zou zijn.

Ze zag er prachtig uit, droeg een lange zwarte rok die nauwsluitend om haar middel sloot. Haar lange zware haren wapperden over de toog heen en ik wou niets liever dan een kus op deze haren drukken. Een half uurtje later stapte ik op haar toe. We begonnen te praten en haar stem vulde me met haar prachtige woorden. Haar naam voldeed aan al mijn verwachtingen. ‘Cassandra’, sprak ze me die avond toe en nooit zou ik meer van een naam hebben gehouden.
Alles wat ze zei klopte en ze leek geen problemen te hebben met het plaatsen van de woorden op de juiste plaats. Voor het eerst in mijn leven was ik verliefd, echt verliefd. En voor het eerst op een meisje…

Sinds die ene avond bleven we contact houden, ik bleef verliefd, maar zij werd enkel een vriendin. Nooit kon ik tot haar doordringen, nooit was ik zo verliefd maar mijn liefde bleef onbeantwoord, de illusie bleef doorleven.

Zeven jaar geleden heb ik haar voor het laatst gezien. Op een ochtend kreeg ik een kaartje in mijn brievenbus. Het kwam van haar toenmalige vriend. Ik herinner me nog de ontgoocheling, de haat, de liefde. Ze was weg, ze had zichzelf in het hoofd geschoten en nooit zou ik weten waarom ik haar nooit meer gezien heb.

Zeven jaar geleden is het vandaag, en nu kijk ik in haar ogen. Een ontzettende verbazing maakt zich van me meester. Ik kijk in deze jonge vrouw haar ogen en zie Cassandra terug. Ik kijk naar haar lichaam en merk hoe ik me weer aangetrokken voel. Mijn vriend zit even verderop, maar ik zie hem niet. Ik kan me enkel concentreren op deze vrouw voor me. Ze draagt een lange zwarte rok, nauwsluitend om haar middel en een rood bloesje omsluit haar bovenlichaam alsof het nooit anders is geweest.

Ze kijkt naar me en lacht naar me, en ik voel hoe Cassandra dichterbij is dan ze ooit is geweest. Mijn ogen vinden de donkere ogen van de vrouw voor me, en ik voel hoe onze handen elkaar vinden. Nooit eerder kuste ik een vrouw, nooit eerder voelde iets zo goed als dit moment. Ik voel hoe haar hand me leidt en hoe we samen naar buiten wandelen. Hoe we een rustige plaats aan dit Gentse water opzoeken. Haar handen rusten nu in mijn haren en onze tongen raken elkaar. Het is een heerlijk gevoel en ik wil dit niet afgeven. Ik wil haar niet afgeven.

De warmte van haar handen zet zich nu af op mijn benen, en ik voel haar zwarte rok onder mijn handen. Een kreun ontsnapt aan mijn mond als ze langzaam mijn broek losknoopt, ik voel haar handen tastend over mijn hele lichaam. Het is heerlijk, maar ik wil meer. Ze raakt mijn kleine zwarte string nu en streelt langs de randjes van onder naar boven. Een rilling trekt door mijn lichaam en ik voel haar borsten onder mijn tastende vingers. Ze draagt geen bh en een ongelooflijke opwinding maakt zich van mij meester. Ik voel hoe haar perfecte rondingen reageren op mijn strelingen, hoe ik langs haar buik afdaal en haar rok naar beneden laat zakken.

Ze draagt een diep uitgesneden lichtpaars slipje. Koesterend glijden mijn handen over haar slipje. Ook haar handen zijn niet stil blijven zitten, ze glijdt onder mijn string om deze vervolgens moeiteloos uit te trekken, haar vinger komt bij me naar binnen en een heerlijk gevoel maakt zich van me meester. Ik druk mijn lippen op haar borsten en trek haar slipje uit. Ook mijn vingers vinden de weg naar haar lichaam en ik voel me één worden met Cassandra, of wie dit goddelijke wezen ook moge zijn.

Ik voel haar naakte lichaam tegen het mijne en druk haar nog dichter tegen me aan. Een tweede keer vinden onze monden elkaar en alleen dit is al genoeg om me te doen klaarkomen. Een siddering verspreidt zich over mijn hele lichaam en ik merk hoe het lichaam tegen mij een zelfde genot ervaar. Mijn lichaam voelt vermoeid, uitgedoofd. En ook zij lijkt vermoeid, haar lichaam rust tegen het mijne en bevrijdt zich langzaam uit mijn houtgreep. Ik wil haar tegenhouden maar haar donkere ogen houden mijn stem tegen. Ze laat me los en ik wou dat ik dit lichaam voor eeuwig kon bijhouden. Dat ik haar tot de mijne kon maken en koesteren.

Ze is echter al aangekleed en kijkt me met een smekende blik aan, even raken onze lippen elkaar nog, maar dan keert ze zich om, de weg van de vrijheid te kiezen, door de dichte natuur om ons heen. De duisternis omringt haar als een zwart deken, koesterend, liefkozend.
Een traan als stille getuige baant zich een weg over mijn gebroken gelaat, beseffend dat ik Cassandra nooit meer zal mogen zien…

Beoordeel dit verhaal

Plaats een Reactie

Ben je een robot? *