Inmiddels ben ik weer een paar afspraken verder.
Gelukkig voel ik me goed op m’n gemak bij m’n therapeut, maar vrolijker word ik er (nog) niet van.
We hebben besloten dat we eerst aan de slag gaan met m’n gevoelsleven, en het verdere onderzoek naar ADHD op de 2e plaats te zetten. Tot nu toe blijkt dat ik aardig in de richting van ADHD ga. Maar omdat ik in de eerste plaats ‘rust in m’n hoofd’ wil, is het niet direct belangrijk om dat als eerste uit te zoeken. Dat kan later nog.
Ik heb ‘huiswerk’ meegekregen.
Moet m’n gevoelens op gaan schrijven. Gevoelens die ik altijd wegstopte, moet ik nu op gaan schrijven. Bewust over na gaan denken.
Bedenken wat me is aangedaan en hoe ik me daarover voel.
En dat meerdere keren per week (liefst elke dag).
Ik vind het eng. Ben bang voor wat het allemaal los gaat maken.
Bang voor al het verdriet, de boosheid, de onmacht.
Ik voel me nu al erg onprettig, dus hoe dat moet zijn als ik eenmaal ga schrijven, wil ik eigenlijk helemaal niet weten.
Jarenlang ben ik gewend dat, als er ineens iets in me opkwam, ik er niet over na wilde denken.
Wat heeft het voor zin om erbij stil te staan dat ze me in geuren en kleuren verteld heeft dat ze de dokter ‘verrot heeft gescholden’ toen ze hoorde dat ze zwanger van me was? Niets toch? Het verandert toch niets? Dus stopte ik dit (en veel, heel veel andere dingen) weg. Liever dacht ik aan leuke dingen. Aan het hier en aan het nu. Dingen die me blij maakte. Tenslotte heb je daar veel meer aan.
Nu kan dat dus niet meer. Nu moet ik stoppen met ‘struisvogeltje spelen’.
(*Grinnik* Iets waar ik m’n broer altijd van beschuldig. Hoe bedoel je ‘de pot verwijt de ketel’? )
Eigenlijk twijfel ik of ik wel de goede keus heb gemaakt. Of ik niet beter gewoon door had kunnen struisvogelen. Maar ik besef tegelijkertijd ook dat dit veroorzaakt wordt door m’n angst. Angst voor die put. Die hele diepe put. Omdat ik nu al verdrietig ben, terwijl het allemaal nog moet beginnen…